Zoek
Sluit dit zoekvak.

‘Internationaal ondernemen: we mogen best wat trotser op Flevoland zijn’

De Flevolandse economie is sterk internationaal-georiënteerd. We exporteren volop producten naar het buitenland en steeds meer grote bedrijven, zoals Toshiba en Bestseller, vestigen zich in onze provincie. Welke kansen liggen er voor Flevoland? Hoe is het om in het buitenland te ondernemen en hoe kijken mensen in het buitenland naar onze jonge polder? Gijsbert van der Gaag (Flevolandse ondernemer en eigenaar van Micronic) en Marco Smit (directeur van Horizon Flevoland en boardlid van Economic Board Flevoland) gaan erover met elkaar in gesprek.

aanjagen

De Board is een echte aanjager. Het gaat om nieuwe initiatieven rondom de toekomstige economische vraagstukken van Flevoland. Alle projecten en activiteiten die we organiseren hebben uiteindelijk het doel de brede welvaart in de regio te versterken.

verbinden

De Board fungeert als verbinder om organisaties met elkaar te laten samenwerken. Het fungeert als makelaar met een uitgebreid netwerk die partijen met elkaar in contact brengt en houdt. We zoeken partnerships en krijgen input vanuit de ondernemersverenigingen in Flevoland.

communiceren

Eén van de belangrijkste doelen van de Board is om Flevoland op de kaart te zetten. Het gaat om een onderscheidende propositie, het communiceren van het Flevolandse verhaal, de ambassadeur functie en lobby activiteiten.

GIJSBERT: ‘Goedemorgen, welkom bij Micronic in Lelystad. Je bent hier nog niet eerder geweest volgens mij. Zal ik je eerst een rondleiding geven?’

MARCO: ‘Ja, interessant!’

GIJSBERT: ‘In deze hallen, en in het bijzonder in de high tech cleanrooms, maken we kunststof opslagbuisjes met bijbehorende rekken, dopjes en andere producten voor onder andere bloedbanken, forensische instituten en onderzoekslaboratoria over de hele wereld. Ons bedrijf bestaat veertig jaar en vandaag de dag werken er 100 medewerkers in Nederland en in onze vestiging in Amerika 20.’

MARCO: ‘Leuk om je bedrijf eens van binnen te zien. En interessant dat jullie ook een vestiging in Amerika hebben. Waar precies?’

GIJSBERT: ‘In Philadelphia. We wilden een plek aan de oostkust én in de buurt van een haven en een luchthaven. Dus we kamen uit in Philadelphia. Op onze locatie in Philadelphia worden de halffabricaten die we in Nederland maken geassembleerd.’

MARCO: ‘Hoe belangrijk is de internationale markt voor jouw bedrijf?’

GIJSBERT: ‘Heel belangrijk. Vijftig procent van wat wij maken gaat naar Amerika. We leveren onze producten aan universiteiten, farmaceuten en bijvoorbeeld bedrijven die zich richten op het in een vroeg stadium testen van ziekten. Europa is ook belangrijk voor ons. Onze Europese klanten zitten onder andere in Duitsland, Frankrijk, Nederland, Denemarken en Zweden. Dit zijn landen met een levendige Life Sciences-industrie.’

MARCO: ‘En Azië? Japan bijvoorbeeld? Is dat een interessante markt?’

GIJSBERT: ‘We zijn in Japan nét gestart met een eigen werknemer. In China zijn we al een aantal jaren zeer actief, ook hier hebben wij een eigen medewerker. Om daar voeten aan de grond te krijgen, hebben we hulp gehad van het Almeerse bedrijf Acclime.’

Het tweetal loopt via de cleanrooms naar het magazijn en vervolgens -na een korte koffiestop- naar het kantoor van Gijsbert.

MARCO: ‘Wat ik persoonlijk leuk vind aan internationaal zakendoen is het kennismaken met andere culturen. Hoe sta jij daarin?’

GIJSBERT: ‘Het is leuk en avontuurlijk. Wat ik vooral leuk en belangrijk vind is om mijn klanten en relaties persoonlijk te leren kennen. Dat doe ik door altijd in de buurt te overnachten, samen te eten en me echt een beeld te vormen over hoe iemands leven eruitziet. De gesprekken die je dan met iemand voert, zijn waardevol. Waar liggen zijn/haar behoeften en wat zijn problemen? Die informatie is interessant om te kunnen blijven inspelen op de veranderende vraag en productinnovatie.’

MARCO: ‘In veel gebieden, zoals in Zuid-Europa of het Midden-Oosten, is het opbouwen van een relatie belangrijker dan ooit. De relatie gaat voor alles. Je gaat uit eten, en nog een keer en nog een keer, je wisselt een cadeautje uit en pas later doe je zaken met elkaar. Maar als je eenmaal zakendoet met elkaar is diegene loyaal. Hij of zij vertrouwt je.
Amerikanen zijn daarentegen een stuk functioneler.’

GIJSBERT: ‘En direct. Ze zijn over het algemeen opportunistischer dan wij. Ik merk het vooral wanneer we iets nieuws introduceren. Amerikanen zijn van nature enthousiast en zijn snel overtuigd dat iets hun onderzoek verder kan helpen.’

MARCO: ‘Ik kan me nog goed herinneren dat ik voor het eerst een bedrijfsbezoek deed in Amerika. Ik kwam daar in pak aan en werd begroet door een man in een korte broek met t-shirt. “Ben je van de FBI?” vroeg hij lachend. Ik kan er nu enorm om lachen. En ik heb sindsdien in Amerika nooit meer een pak aangetrokken tijdens dit soort ontmoetingen. Een ander leuk voorbeeld is de duur van een gesprek. In Amerika zijn die vrij functioneel, dus kort. Soms zat ik na 20 minuten alweer in mij auto. Ze stelden een paar vragen,
lieten mij mijn verhaal doen en zeiden “It was a very productive meeting”. Ter
vergelijking: in Saoedi-Arabië zit je gerust 2,5 uur met elkaar aan tafel.’

MARCO: ‘Schakelen jullie ook hulp in bij het betreden van nieuwe markten? Horizon Flevoland heeft een adviserende functie op het gebied van internationalisering. Maar je kunt ook terecht bij bijvoorbeeld de ambassade of consulaat. Daar ben ik nieuwsgierig naar, omdat ik me jarenlang voor het ministerie van Economische Zaken bezig heb gehouden met exportbevordering en het aantrekken van buitenlandse ondernemingen. Er zijn bij een ambassade of consulaat mensen aan het werk die niks anders doen dan
Nederlandse ondernemers helpen. Zij hebben een enorm netwerk.’

GIJSBERT: ‘Ik maak daar eigenlijk geen gebruik van.’

MARCO: ‘Waarom niet?

GIJSBERT: ‘Aan de ene kant omdat ik me hier niet heel erg bewust van ben. Maar ook omdat we zelf al veel voorwerk doen en onze vraag vaak redelijk specifiek is.’

MARCO: ‘Ontvang jij ook regelmatig klanten in Flevoland?’

GIJSBERT: ‘Jazeker. We laten ze dan het bedrijf zien, maar ook Flevoland. Waar Nederlanders soms een mening hebben over onze provincie, zijn buitenlanders juist vaak verrast. Ze zien de polder als plek waar de ruimte is om te innoveren. En zo ervaar ik dat zelf ook.’

MARCO: ‘Dat ervaar ik ook. Als ik het verhaal van Flevoland vertel, knipperen veel buitenlandse bezoekers met hun ogen. Nieuw land, ingepolderd en dát op steenworp afstand van Amsterdam. Flevoland heeft het en steeds meer internationale bedrijven komen daar achter.’

GIJSBERT: ‘En daar mogen we met z’n allen best wat trotser op zijn!’