Zoek
Sluit dit zoekvak.

‘Levenslang ontwikkelen, daar zetten we op in’

In gesprek: Kimberley Valentien en Kees Stolwijk.

Krapte op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat jong talent in Flevoland vroegtijdig aan het werk gaat. En dit is niet per se een positieve ontwikkeling. Dit was een van de onderwerpen waar Kees Stolwijk, directeur van Windesheim Flevoland, en advocaat Kimberley Valentien met elkaar over spraken. Een positief gesprek, waarin ze de vinger op de zere plek legden, maar ook oplossingen deelden.

aanjagen

De Board is een echte aanjager. Het gaat om nieuwe initiatieven rondom de toekomstige economische vraagstukken van Flevoland. Alle projecten en activiteiten die we organiseren hebben uiteindelijk het doel de brede welvaart in de regio te versterken.

verbinden

De Board fungeert als verbinder om organisaties met elkaar te laten samenwerken. Het fungeert als makelaar met een uitgebreid netwerk die partijen met elkaar in contact brengt en houdt. We zoeken partnerships en krijgen input vanuit de ondernemersverenigingen in Flevoland.

communiceren

Eén van de belangrijkste doelen van de Board is om Flevoland op de kaart te zetten. Het gaat om een onderscheidende propositie, het communiceren van het Flevolandse verhaal, de ambassadeur functie en lobby activiteiten.

KIMBERLEY: ‘Hoelang werk je bij Windesheim?’

KEES: ‘Ik ben 11 jaar lid van het MT en 4 jaar geleden startte ik in mijn huidige positie. Toen ik in Almere begon hadden we net zoveel studenten als nu docenten. Jij bent naast advocaat betrokken bij bedrijfskring VBA, toch?’

KIMBERLEY: ‘Inderdaad, ik ben voorzitter van de bedrijfskring in Almere én lid van de Board van Economic Board Flevoland. Ik ben betrokken bij de ontwikkelingen in de stad en volg thema’s die ondernemers aangaan kritisch. Het valt me op dat Windesheim Almere de afgelopen jaren op allerlei manieren flink aan de weg timmerde. En jij bent inmiddels ook een bekend gezicht in onze stad.’

KEES: ‘Ik vind het belangrijk om in contact te staan met de omgeving. Als hogeschool zijn er niet voor onszelf, maar we zijn er voor de regio. Het is dus van belang om te horen wat er speelt en hoe wij hier met ons opleidingsaanbod (van commerciële economie tot bouwkunde en pabo) op kunnen inspringen.’

KIMBERLEY: ‘Het is jullie opdracht om de regio te stimuleren en backbone te zijn binnen de regio. Waar in het proces staan jullie?’

KEES: ‘De eerste stap in gezet. We hebben bestaansrecht. Voldoende studenten van 18 en 19 jaar komen na het behalen van een havo op mbo 4 diploma naar ons toe. Dit maakt dat we een nieuw schoolgebouw, iets verderop bij het Weerwater, gaan bouwen. We geven hiermee aan: we blijven hier. We zijn klaar om een volgende stap te zetten.’

KIMBERLEY: ‘En wat is die volgende stap?’

KEES: ‘Levenslang ontwikkelen. Daar zetten we op in. We richten ons niet alleen maar op de 18 en 19-jarigen die een voltijd opleiding volgen. Maar we focussen ons ook op mensen die zich, bijvoorbeeld naast hun baan, willen blijven ontwikkelen.’

KIMBERLEY: ‘Waarom is dat belangrijk?’

KEES: ‘Wat we zien is dat bedrijven door de krapte op de arbeidsmarkt medewerkers vaak al vroeg in hun ontwikkeling in dienst nemen. Hierdoor zien we dat minder studenten doorstromen van mbo 3 naar bijvoorbeeld mbo 4. We merken ook een daling van instromende studenten van mbo 4 naar het hbo.’

KIMBERLEY: ‘Hoe komt dat?’

KEES: ‘In de groeisectoren is de arbeidsschaarste enorm urgent. Het is moeilijk om personeel te vinden. Daarom plukken ze groene vruchten van de boom, terwijl deze vruchten eigenlijk nog even moeten rijpen. Heel begrijpelijk voor de korte termijn, maar het remt de groeipotentie van de regio op de middellange termijn. Ik zie het daarom als een opdracht voor onze hogeschool om hier samen met de regiopartners een oplossing voor te vinden.’

KIMBERLEY: ‘En wat zien jullie als oplossing?’

KEES: ‘We willen samen met bijvoorbeeld VBA en grote werkgevers pakketten ontwikkelen, waarbij we jonge mensen die relatief vroeg de arbeidsmarkt opgaan, langjarig kunnen laten ontwikkelen. Op een manier waarop zij, maar ook hun werkgever, blij worden. We weten allemaal: de BV Nederland heeft ze nu nodig. Anderzijds is het ook in het belang van de BV Nederland dat ze naar school blijven gaan. Want anders zijn het juist deze mensen die bij een recessie ook weer als eerst op straat staan.’

KIMBERLEY: ‘Zoeken jullie ook naar andere vormen van onderwijs?’

KEES: ‘Als hogeschool zetten we in op modulair onderwijs. Zo wordt het voor mensen die een baan hebben gemakkelijker om zich blijven ontwikkelen. Een opleiding hoef je niet in 2 jaar af te ronden. Je kunt er ook 10 jaar over doen. Daarnaast wordt het in de toekomst ook makkelijker om te switchen van voltijd naar duaal onderwijs. Nu is dat best ingewikkeld.’

KIMBERLEY: ‘Wat ik steeds vaker zie is dat bedrijven, maar ook zorgorganisaties, hun eigen medewerkers opleiden. Wat dat betreft heb ik het gevoel dat er veel gaande is op het moment. Wat gun jij Flevoland in dat opzicht?’

KEES: ‘Wat ik ondernemers in Flevoland gun is om over HUN EIGEN schaduw heen te stappen en meer met partners samen te werken om de regio verder te helpen. Een aansprekend voorbeeld is een groep b2b techbedrijven, dat ieder voor zich -met veel moeite- medewerkers werft. Door samen te werken en op thema techpools te ontwikkelen, worden ze veel interessanter voor studenten die de arbeidsmarkt op komen. Zo bind je talent aan je organisatie. Ik hoop dat bedrijven in Flevoland deze handschoen oppakken. Hoe kijk jij hier tegenaan?’

KIMBERLEY: ‘Ik ben hier heel enthousiast over. Wat ik verder zie is dat de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven een actueel onderwerp blijft. Het onderwijs reageert vaak traag en bedrijven willen er energie in stoppen, maar kunnen dit niet altijd. De verantwoordelijkheid ligt echter bij beide partijen. Maar hoe zorgen we er samen voor dat deze partijen hun verantwoordelijkheden nemen?’

KEES: ‘Veel kleinere ondernemers worden naar mijn mening opgeslokt door het primaire proces. Dit zit innovatie in de weg. Het is van belang om vooruit te kunnen kijken en antwoord te kunnen geven op de vraag: wat voor type medewerker heb ik over 4 jaar nodig? En eerlijk is eerlijk… als wij vandaag een aanpassing doen in het onderwijs, heb je pas over 4 jaar een afgestudeerde professional met die vaardigheden en attitude.’